A-Z Begrippen
In onze begrippenlijst geven we kort en bondig uitleg over begrippen die vaak worden gebruikt bij activiteiten, communicatie en werkzaamheden van Waterschap Rijn en IJssel.
-
Biodiversiteit zegt iets over hoeveel verschillende soorten er op aarde zijn. Als de biodiversiteit hoog is zijn er veel verschillende soorten planten, dieren, algen, bacteriën en schimmels. Ze leven op veel verschillende manieren met elkaar samen. Voor elke soort is wel een geschikt plekje om te leven.
Een gebied met veel afwisseling in soorten kan beter tegen veranderingen. Als één soort ergens niet overleeft nemen andere soorten de plek en functie over. Het evenwicht raakt niet meteen verstoord. Een gebied met een hoge biodiversiteit kan dus ook beter tegen klimaatverandering. En er zijn minder snel ziektes en plagen.
-
Een broekbos is een permanent nat en af en toe plaatselijk overstroomd bos. Deze natte bossen komen ook in de Achterhoek voor. Broekbossen zijn in natte beekdalen en langs laag- en hoogvenen te vinden
-
Een cookie is een klein tekstbestand met informatie erin. Bezoek je onze website? Dan plaatst de website cookies op je computer, tablet en/of telefoon. Zo kan de website bijvoorbeeld onthouden welke pagina's je eerder hebt bekeken. En welke gegevens je bijvoorbeeld in een formulier hebt ingevuld. Door het plaatsen van een cookie kunnen wij ook het bezoek aan onze website meten.
-
Een coupure is een opening in een dijk of een kade voor een weg. Als het hoog water is maken we het gat dicht om het water tegen te houden. Dat doen we met balken of met stalen deuren. De weg is dan afgesloten voor verkeer.
-
Een duiker is een kokervormige constructie, gelegen onder een weg of in een toegangsdam. De duiker verbindt wateren met elkaar.
-
De Keur was tot 2024 het wetboek van het waterschap. Hierin stonden de regels die bijvoorbeeld bedoeld zijn om dijken te beschermen. Maar ook om rivieren, beken en sloten goed te houden. Met de invoering van de Omgevingswet is de Keur vervangen door de Waterschapsverordening.
-
Bij hoogwater staat het water tegen de dijk. Door de druk van al dat water komt er aan de andere kant van de dijk grondwater omhoog. Dat water noemen we kwelwater. Kwelwater is meestal niet erg.
-
De legger is een set met kaarten van het beheergebied van het waterschap. Daarop staat o.a. welke rivieren, watergangen, dijken, kaden, stuwen en sluizen het waterschap beheert en waar ze liggen. Langs al deze wateren en bouwwerken zijn zones aangegeven waarin niet zomaar alles mag. Zo beschermen we de wateren en de dijken. In de legger staat ook wie waar en waarvoor het onderhoud moet doen. Waterschap Rijn en IJssel heeft een legger voor watersystemen (beken en sloten) en een legger voor waterkeringen (dijken). We passen de kaarten regelmatig aan. We verwerken dan veranderingen in beleid, (herinrichtings)projecten en (bouw)activiteiten van zowel het waterschap als van anderen.
-
M.e.r. staat voor milieueffectrapportage. In dit rapport staat welke gevolgen je plannen hebben voor de omgeving en het milieu. Er staan ook andere oplossingen in met hun gevolgen voor de omgeving en het milieu. Er staat ook in welke maatregelen je kan nemen om negatieve gevolgen te voorkomen. De meeste mensen huren een gespecialiseerd en onafhankelijk bedrijf voor in om een m.e.r. te maken.
-
Het natte profiel van een beek of sloot is het deel dat (meestal) onder water staat.
-
Het neerslagtekort zegt iets over hoe droog of nat het is. Het is het verschil tussen de hoeveelheid regen die valt en de verdamping door planten en gewassen. In de zomer hebben we meestal een neerslagtekort. In de winter een neerslagoverschot.
-
De Omgevingswet is de nieuwe wet die alles regelt voor de ruimte waarin we wonen en werken. Alle regels voor water, natuur, milieu, bodem, bouwen en wonen worden samengevoegd in de Omgevingswet. Alle Nederlandse inwoners, organisaties en bedrijven moeten zich aan deze wet houden. De Omgevingswet gaat in op 1 januari 2024. Daarvoor moest je een vergunning aanvragen bij verschillende overheden. Via het omgevingsloket kun je nu op 1 plek je omgevingsvergunning aanvragen.
-
Meestal stroomt een beek in het laagste deel van het beekdal. Een opgeleide beek is een kunstmatig hoog gehouden goot of beek. Er zit meestal een dijkje tussen de goot en het beekdal.
-
Als het heel hard of lang regent kan het riool dat soms niet aan. Dan gaan overstorten werken. Het riool loost dan verdund rioolwater in beken, sloten of vijvers. Zo voorkomen we dat rioolwater uit putten of uit je wc omhoog komt.
-
Wij pompen het rioolwater van de rioolgemalen naar de zuiveringen door speciale leidingen. Deze leidingen staan vaak onder druk. Daarom noemen wij dit persleidingen. De persleidingen zijn gemaakt van gewapend beton, asbest cement, staal of kunststof. De leidingen liggen 1,20 meter tot 3 meter onder de grond.
-
PFAS staat voor Per- en polyfluoralkylstoffen. Het is een verzamelnaam voor een groep van duizenden chemicaliën met unieke water- en vuilafstotende eigenschappen. PFOS is een afkorting voor perfluoroctaansulfonaten. Deze stoffen zitten in de groep van PFAS. Bij metingen kun je niet alle PFAS meten. Daarom meten we in water de hoeveelheid PFOS.
PFAS worden op grote schaal gemaakt en komen voor in veel gewone producten vanwege de nuttige eigenschappen. Denk bijvoorbeeld aan anti-aanbaklagen, waterafstotende textielbehandelingen en brandwerende schuimen. PFAS staan ook bekend als “forever chemicals”, omdat ze nauwelijks afbreken. Daardoor kunnen ze zich ophopen in het milieu (planten, dieren en mensen). Ze komen overal in het milieu voor. Vanwege hun mogelijk schadelijke effecten op menselijke gezondheid en het milieu, kregen PFAS veel aandacht. Er wordt nog steeds veel onderzoek gedaan naar de eigenschappen van PFAS en hoe deze stoffen zich gedragen in het milieu (onder andere door RIVM). Overal in Nederland zitten (kleine) hoeveelheden in de bodem, in het (grond)water, in planten en dieren. En via ons eten en drinken komt PFAS ook in ons lichaam terecht.
-
Bij windmolens heb je soms last van slagschaduw. Bij zonnig weer zorgen de draaiende wieken voor een flikkerende schaduw. Net zoals het licht als je langs een rij bomen rijdt bij een ondergaande zon. Of een knipperende tl-buis. Dit kan verevelend zijn. We kunnen slagschaduw door windturbines voorkomen. We moeten dan op de juiste momenten de windturbine stil zetten. Rekenmodellen berekenen precies op welke tijden dit nodig is (Bron Pondera).
-
Websites en apps van de overheid mogen status A, B of C hebben. Dat is bepaald in de wet voor digitale toegankelijkheid. Status A is het beste. Dan is een website of app toegankelijk. Het bewijs daarvoor is een onderzoeksrapport zonder fouten. Zijn er nog wel fouten? Dan krijgt de site of app status B. De organisatie moet de fouten dan gaan oplossen. Status C betekent dat de site of app binnen 6 maanden wordt onderzocht.
-
Water oppompen of laten wegstromen uit de grond. Of water uit een beek sloot of rivier halen.
-
Het waterbeheerprogramma (WBP) is een belangrijk document, waarin het waterschap aangeeft welke doelen zijn gekozen, welke activiteiten worden gedaan en wat de kosten zijn. Elke zes jaar maken de wateroverheden in Nederland (waterschappen, provincie en het Rijk) de plannen voor de volgende planperiode.
In het waterbeheerprogramma is rekening gehouden met Europese en landelijke richtlijnen, waaronder de Kaderrichtlijn Water (KRW). Doel van deze richtlijn is schoon en gezond water in alle Europese lidstaten.
-
Een watergang of waterloop is een lang, smal stuk water. Voorbeelden van een watergang zijn een rivier, beek, kanaal, sloot of een gracht.
-
Een waterkering is een ander woord voor een dijk of dam Het beschermt het gebied achter de dijk of dam tegen overstroming.
-
Waterlopen zijn oppervlaktewateren met ten minste tijdens een deel van het jaar stroming in het water. Voorbeelden van waterlopen zijn beken, rivieren, kanalen en sloten
-
De waterschapsverordening bevat alle regels over de fysieke leefomgeving die het waterschap stelt binnen haar beheergebied. Per waterschap is er 1 waterschapsverordening. Deze vervangt de Keur.
-
Waterstromen B.V. is een 100% dochtermaatschappij van Waterschap Rijn en IJssel. Waterstromen exploiteert industriële waterzuiveringen, waarbij grondstoffen en energie optimaal worden teruggewonnen.
-
Al het water boven en onder de grond. Dus het hele netwerk van beken, sloten en grondwater.
-
Bij hoogwater staat het water tegen de dijk. Door de druk van al dat water komt er aan de andere kant van de dijk grondwater omhoog. Dat water noemen we kwel. De plek waar dit uit de grond komt is een wel.
Soms komt er met het grondwater ook zand mee omhoog. Dat is een zandmeevoerende wel. Een zandmeevoerende wel kan steeds groter worden. Er ontstaan dan kanaaltjes of holtes onder of in de dijk. De dijk wordt hierdoor instabiel. Hoe erg een zandmeevoerende wel is hangt af van de grootte en de plek. Bekijk het filmpje van een zandmeevoerende wel op ons youtube kanaal.
-
Een windturbine is een moderne windmolen. Een windturbine heeft vaak minder wieken. Een windturbine wekt alleen van energie op. Een windmolen kun je ook voor andere dingen gebruiken. Bijvoorbeeld pompen of malen.
-
De wortelzone is de grondlaag waarin de levende wortels van een plant aanwezig zijn. Door water vast te houden in de wortelzone van de bodem, blijft het vochtgehalte voor een langere periode op orde.